Le restaurant, deel 4

Le restaurant, deel 4

We lopen een tikkie gehaast ons dorpsrestaurant binnen. Vijf minuten geleden lag Ed nog in de hangmat en nam ik de telefoon op. Het restaurant. Waar we bleven? Elk spectacle, elke nocturne gourmande, ieder dorpsfeest in Frankrijk begint om acht uur ’s avonds maar het menu gourmand waar we weken geleden al voor hadden gereserveerd, begon blijkbaar om zeven uur. Als we plaats nemen is het vijf over half acht en wachten we op de zeven gangen die gaan komen.

We worden welkom geheten door L., ze is 21 jaar en runt de tent samen met haar vriend, die chef-kok is. Zij is een bijdehand, grappig, brutaal grietje die de Fransen, de Engelsen en ons om haar vinger windt. Hij ziet eruit alsof hij dit jaar voor het eerst mag stemmen, maar kookt de sterren van de hemel. De Dordogne eet er massaal en zelfs uit het buurdepartement de Lot rijden mensen er graag voor om. Na maanden lunch verzorgen voor de werkende Fransen, de dorpelingen en de toeristen is dit hun avond. Met dit zeven-gangen-diner willen ze laten zien wat ze nog meer in huis hebben.

Op deze bijzondere avond krijgen ze hulp van een vertrouwd gezicht. De moeder van L., op papier de eigenaresse, springt vanavond bij achter de bar. Ze is zelden in het land – want stewardess – dus laat ze het reilen en zeilen van deze toptent over aan dochter en schoonzoon. Ze is blijkbaar iets te lang weggeweest want ze kan de Pastis voor Ed niet vinden. Ik zie haar geïrriteerd zoeken, naar haar dochter kijken – maar die is aan het bedienen – en weer verder zoeken. Ed vangt haar blik en wijst ‘zijn’ fles aan.

Er is deze avond ook een nieuw gezicht. Hij is niet te missen want het is een grote, forse jongen. Alles aan dit dikke jongenslijf straalt uit dat de zwarte broek en het enorm grote witte overhemd, dat over de broek hangt te fladderen, vanavond voor het eerst worden gedragen. Zijn outfit wordt afgemaakt met een ongelijk geknoopte knalrode stropdas.

Een ober? Die heb ik hier nog nooit gezien. Toch brengt hij twee kleine bordjes, die in zijn grote jongenshanden nog kleiner lijken, naar de tafel naast ons. En legt daar, met zweet op zijn voorhoofd, hakkelend en naar woorden zoekend uit wat er precies geserveerd wordt.

Kijkend naar de tafel waar de jongen bedient zie ik een brede rug van een man en een volle vrouw met een lief gezicht. Ze kijkt de grote forse jongen vriendelijk, bijna vertederd aan. Ze laat hem rustig stotteren en aanmodderen en kijkt hem na als hij weer richting de keuken gaat. Ze bespreekt, net als wij, het optreden van de beginnende ober met haar man.

Bij de volgende gang zit de stropdas van de dikke jongen niet meer ongelijk maar nu zit hij van achteren gedraaid en scheef over de boord van het overhemd. Ed heeft een vermoeden.

‘Hij trekt het speciaal aan als hij bedient, in de keuken heeft hij waarschijnlijk alleen een T-shirt aan.’

De vrouw aan het tafeltje naast ons maakt er ook een opmerking over en raakt voorzichtig even de stropdas van de heftig zwetende, grote jongen aan.

Bij weer een volgende gang, de stropdas zit inderdaad weer anders, zie ik dat het zweet van zijn nek in straaltjes zijn overhemd inloopt. De vrouw lijkt het niet te zien en blijft aandachtig naar hem luisteren en vriendelijk naar hem knikken.

De forse jongen stokt opeens midden in zijn verhaal. Hij kan niet op een bepaald ingrediënt van het gerecht komen. Het zweet maakt inmiddels vlekken op zijn boord. Dan zie ik dat de vrouw onopvallend maar liefdevol de grote hand van de jongen pakt en hem geruststellend aankijkt. Haar ogen zeggen: doe maar rustig. Ik hou toch wel van je.

En dan begrijp ik dat Ed en ik getuige zijn van een intiem familiemoment. En nu snap ik waarom de jongen alleen deze tafel serveert. Hij is de afwashulp die op deze speciale avond zijn ouders mag bedienen.

Ja, het was een speciale avond, en ja, we hebben heerlijk gegeten. Al kan ik me niet alle gangen meer voor de geest halen. Maar de liefdevolle blikken van de moeder naar haar grote zoon, die vergeet ik niet zo snel meer.