De was

De was

Een huis in Frankrijk hebben is heerlijk. Het weer is er altijd goed. En ook als het weer niet goed is, hebben vrienden in Nederland liever dat je daar over liegt want dat hoort nu eenmaal bij de droom van het hebben van een huis in Frankrijk. De natuur is hier prachtig en achter elke bocht wacht weer een ander fantastisch uitzicht. Het eten en de wijn is hier geweldig. Allemaal leuk en aardig. Maar er is één heel simpel ding dat ik hier superbe vind. De was.

In Amsterdam hebben we een wasmachine waar met gemak de vuile was van een gezin met drie kinderen in kan. Daarna gooi ik alles in de energiezuinige droger met warmtepomp en hebben we drie uur later kurkdroge en – maakt echt niet uit op welk programma ik hem zet – volkomen gekreukte was. Nee, dan mijn kleine-slanke-bovenlader-wasmachine in Frankrijk. Daar kan met gemak minder dan de helft in, maar ik doe met liefde en plezier twee keer per dag een was. Want die kan ik buiten aan de lijn te drogen hangen.

Nadenken over waar de zon het langste staat of waar de was het meest in – of juist uit – het zicht hangt hoefde ik niet te doen. Want in de tuin stonden al twee, best lelijke, betonpalen die plek bieden aan twee waslijnen. Als de was uit de machine is, teenslipper ik door het gras dat vol staat met wilde munt, zet mijn ouderwetse witte plastic wasmand naast de grote geurende kamperfoeliestruik en hang ik de frisse was op. Die hier dus significant lekkerder ruikt dan in Amsterdam. Echt! Ik heb al meerdere logees gehad die wilden weten welk wasmiddel ik gebruik want het beddengoed ruikt hier zo lekker.

Als de was eenmaal hangt wappert ‘ie zich in no-time droog. Vooral dat wapperen door de wind doet iets met het wasgoed, het wordt er lekker zacht van. En omdat er zoveel waslijn is drogen de lakens en de dekbedovertrekken zonder kreukels op, ook wel eens lekker.

Tout le monde hangt hier de was in de tuin.

‘Laat mij je was zien en ik vertel je wie je bent’, Jean-Paul Sartre had het kunnen zeggen. Zo hebben we hier in de buurt een boerderij met een doorgezakte lijn waar vaak alleen herenondergoed en een oude blauwe overall aan hangt, vakantiehuizen met grote badhanddoeken en kleine bikini’s onder de knijpers en dorpstuinen met lijnen die volhangen met gekleurde jurkschorten, kinderkleding en bloemetjeslakens.

Of je nou arm of rijk bent, op kantoor of op het land werkt, in je eentje woont of een roedel kinderen hebt; op het Franse platteland ruikt ieders kleding naar frisse was die buiten aan de lijn in de zon gehangen heeft. Als die geur in een flesje zat, zou ik het meteen kopen!

En als de was bij ons hangt te wapperen, maak ik er wel eens een foto van. En die bekijk ik dan als ik niet in Frankrijk ben. Dan ruik ik weer heel even de tuin en het wasgoed. Geluk kan soms zo simpel zijn.