Sterrenhemel

Sterrenhemel

Als klein meisje wilde ik, naast wereldberoemd all-round actrice slash zangeres worden, een antwoord op de vraag wat er buiten het heelal was. Mijn oudste broer vertelde me dat het heelal elke dag groter werd in Het Grote Niets. Het zette mijn fantasie aan het werk en vanaf dat moment was ik verslingerd aan sterrenhemels en sciencefiction. Doe mij maar een aflevering Star Trek op tv of een sciencefiction film in de bioscoop, als er maar planeten, UFO’s of aliens in voorkomen.

Een paar jaar geleden gaf ik me op voor de cursus sterrenkijken in het planetarium van Artis. Ik dacht dat ik, vrouw en al wat ouder, een uitzondering zou zijn in een clubje van een stuk of twintig puisterige pubernerds. De grote groep mensen die voor de hekken van Artis stond, bleek dus helemaal niet op de tram te wachten maar kwam ook voor de sterrenkijkcursus. We waren met z’n zestigen, variërend in de leeftijd van zeventien tot zeventig, mannen en vrouwen.

De cursus besloeg vier maandagavonden en behandelde van alles en nog wat: van het ontstaan van het heelal tot en met het breken van gammastralen of zoiets. Wat ik me vooral herinner is dat ik vier avonden lang achterover leunend op mijn stoel ademloos naar de sterrenhemel van het planetarium gekeken heb.

Begeleid door de stem van de enthousiaste sterrenkundige vlogen we vanaf de aarde de ruimte in. We scheerden langs planeten en via manen en sterren passeerden we de zon. En vanuit de Melkweg zagen we de aarde steeds kleiner worden en werden we een stipje in een immense alsmaar uitdijende massa van oud en nieuw licht met nieuwe nevels en stervende sterren. Heel veel dichter bij Captain James T. Kirk kon ik niet komen.

En toen werd ik vijftig. En als vrouw-die-alles-al-had vroeg ik geld voor een sterrenkijker. Want, dat had ik dan weer wel onthouden, het zicht op de sterrenhemel is in Amsterdam ernstig beperkt door de lichtvervuiling boven de stad. Met een sterrenkijker zou ik veel meer kunnen zien. Ed hielp me met het apparaat in elkaar zetten en op een koude winteravond kwam ik enthousiast uit de tuin om te vertellen dat ik de maan gezien had.

‘Die zie ik zo ook wel’, zei Ed.

De eerste keer overnachten in ons Franse huis zal ik nooit meer vergeten. Na heel veel klussen was het dan eindelijk zover: we konden slapen – weliswaar op een opblaasbed – en douchen in ons huis! Omdat we nog geen keuken hadden, gingen we uit eten.

Terug uit het restaurant zei ik tegen Ed:

‘Zullen we nog een drankje nemen op het terras? Om te vieren dat we er zijn?’

Ken je het gevoel dat je denkt dat je in de maling genomen wordt? Dat je denkt: dit klopt niet? Dit kan niet? Dat had ik toen ik de luiken van de terrasdeuren opendeed en het terras opliep. Ik was weer terug in het planetarium van Artis want ik stond onder een krankzinnige, volledig heldere Melkweg waarvan alle sterren hun licht op ons donkere terras lieten stralen. Elke ster, elke nevel, elke satelliet, de kraters in de maan, alles was met het blote oog haarscherp te zien.

Dat moment, samen met Ed, achterover leunend op een stoel op ons terras in Frankrijk, gaat met stip (en vijf *****) de geschiedenis in als één van de mooiste momenten van mijn leven.