Nieuwe vrienden

Nieuwe vrienden

Mijn beste vriendin A. is knap, heeft prachtige bruine ogen, een imposante bos krullen én ze is altijd volgens de laatste mode gekleed. Maar ik vind haar vooral fantastisch omdat ze slim, grappig en heel erg lief is. Ik kan met niemand zo goed op vakantie, winkelen of praten als met haar. Zij begrijpt mij in een nanoseconde als ik bijvoorbeeld loop te zeuren over mijn werk. Dat heeft er waarschijnlijk alles mee te maken dat ze ooit mijn collega was, sterker nog: ze was zelfs mijn baas. Dat je elkaar beter aanvoelt omdat je collega’s bent, scheelt natuurlijk een slok op een borrel. Oh ja, dat kunnen we trouwens ook heel erg goed: borrelen.

Volgens een gooi-en-smijt-tijdschriften-onderzoek ontstaat zestig procent van alle relaties (dus ook die met vriendinnen) op het werk. Dat begrijp ik wel. Mijn andere twee knappe, geestige, welbespraakte vriendinnen M. en MB. leerde ik bij RTL Boulevard kennen. We maakten krankzinnig lange dagen en niemand snapt je stress en je ergernissen zo goed als je naaste collega’s. Dan is de stap om privé af te spreken heel klein en voor je het weet ben je ruim vijftien jaar vriendschap verder en zijn zij zes kinderen rijker. De één heeft drie meisjes, de ander drie jongens en die gaan natuurlijk later met elkaar trouwen.

Maar hoe maak je vrienden in een ander land, bijvoorbeeld in Frankrijk? Waar werk niet de gemene deler is? Waar je helemaal niets met elkaar gemeen hebt behalve dan misschien dat je er een huis hebt. Tja, dan begin je weer van voor af aan.

En wat is er nu mooier dan opnieuw beginnen? Met een verse, onbeschreven lei en open vizier nieuwe mensen leren kennen? Die niets van je weten en je alleen maar beoordelen op wie je bent en niet op wat je (voor werk) doet.

Het is een kwestie van er voor openstaan. En gek genoeg is het net zo makkelijk, of moeilijk, als op je werk, op een verjaardag, in de kroeg, op vakantie of waar dan ook. Je voelt instinctief aan met wie je een klik hebt en met wie niet. Groot verschil is dat je in een nieuw land iets op wil bouwen dus tast je iedere nieuwkomer met nieuwsgierige voorzichtigheid af: is dit gewoon een kennis of een potentiële vriend voor het leven?

Onze kennissenkring is inmiddels heel behoorlijk. En dat danken we aan onze eerste echte oervriend M., een docent die besloot makelaar in Frankrijk te worden toen hij daar zelf jaren geleden een huis kocht. En bij wie wij ons huis kochten. Via hem zijn we in contact gekomen met een geweldige klusjesman en een ongelooflijk aardige elektricien. Twee Fransmannen die niet alleen altijd hun afspraken nakwamen en geweldig vakwerk afleverden, maar ons ook bij hun thuis uitnodigden voor het apéro.

Via diezelfde makelaar hebben we onze lieve vrienden H. en G. leren kennen. En die lieten ons weer kennismaken met hun buren en vrienden. En in ons eigen dorp zijn we bekennist met een jonge Française die zelfgemaakte jam op de markt verkoopt en drinken we regelmatig een glaasje met een gepensioneerde jazzzangeres uit Engeland. En van buurvrouw F., die alles van het dorp weet en Ed al liefkozend ‘haar vierde kind’ noemt, van haar houden we al.

Allemaal leuke, lieve, gewone, bijzondere mensen die we in Nederland nooit ontmoet zouden hebben. Van begin dertig tot dik in de tachtig, uit verschillende landen en met allerlei verschillende achtergronden.

‘Maar ze stemmen SP!’ hoor ik Ed nog gillen over onze nieuwe vrienden.

Ach ja, meer mensen zouden dat moeten doen: openstaan voor nieuwe vriendschappen want die geven vaak een heel frisse blik op de wereld.

Oh, en liefje, ik heb vroeger ook SP gestemd.