MadameVinette

Madame Vinette

Ons Franse huis werd vroeger bewoond door het gezin Vinette. Monsieur en madame Vinette kochten het huis in de jaren ‘60 en stichtten er hun gezin. Monsieur runde de épicerie. Hij verkocht er allerhande producten: meel, kruiden, soda, touw en zeep, maar ook pillen en poedertjes voor de boeren uit de nabije omgeving die koeien met hoofdpijn of schapen met keelklachten hadden.

Aan de balken in de winkel hingen producten die monsieur Vinette zo voor het grijpen moest hebben, de haken zaten er nog toen we het huis kochten.

Madame Vinette verkocht vanachter een kleine houten toonbank sigaretten. Ze kregen in dit huis vijf kinderen. De huiskamer van de familie was vanwege de winkel op de eerste verdieping bij de houtkachel en in de drie slaapkamers sliepen zeven mensen.

Monsieur Vinette had een passie: de tuin. Hij legde bloemenperken aan in de buurt van het terras en zorgde voor een gevarieerd aanbod van struiken en bomen in de rest van de tuin. Hazelaars, goudenregen, heesters, kamperfoelie en een trompetboom. Meerdere pruimenbomen, een appel- en een perenboom, een pruikenboom en een krulwilg. Elk vrij uurtje was hij in de tuin te vinden en die was door zijn groene vingers toujours impeccable.

Toen de kinderen het huis hadden verlaten, monsieur Vinette was overleden en madame Vinette er alleen woonde, bleef de oudste zoon de tuin onderhouden zoals zijn vader dat ook al die jaren had gedaan. Ook toen madame Vinette bij haar oudste dochter ging wonen, bleef de oudste zoon trouw ieder seizoen de tuin onder handen nemen.

Bij de aankoop van het huis maakten we pas bij de notaris kennis met madame Vinette. Een frêle, stille, ietwat streng ogende, oudere dame. Haar oudste zoon en dochter deden het woord, de oude dame zelf zat er wat afwezig bij.

Om de koop en verkoop te vieren nodigde de familie ons uit om iets te drinken in het restaurant van Campagnac-lès-Quercy. Ook daar ontdooide de oude dame niet. Ze leek eerder wat moe. Ed vroeg haar of zij nog een laatste keer het huis wilde zien.

Non’, zei de oude dame.

‘Echt niet, nu kan het nog?’, probeerde Ed.

Non’, zei de oude dame.

‘Laten we er dan allemaal naartoe gaan.’

Dat vond ze wel goed.

Madame Vinette stapte over de drempel van haar oude huis en liep in een rechte streep naar de eetkamer en van daaruit het terras op. Op het uiterste puntje van het terras bleef ze staan en keek de tuin in. Haar dochter en zoon lieten haar even begaan.

Toen ik naar haar toeliep zag ik dat de tranen over haar wangen stroomden.

Plotseling werd me veel duidelijk. In het huis hadden we nog wat persoonlijke dingen gevonden: een spiegel, een kapstokje, een vaas, een verdwaalde foto. Alsof er iemand met weinig interesse had ingepakt en snel was vertrokken. Het huis deed madame Vinette niet zoveel, maar de tuin, in de tuin zat de ziel van haar man. En die miste ze. En daar moest ze nu weer afscheid van nemen.