Le téléphone

Le téléphone

Laissez la valise dans la cabine.’

Laat de tas achter in de telefooncel?

Bien sûr, madame, zeg ik, ‘et puis?’

Tuut, tuut, tuut, ze heeft al opgehangen.

Tot voor kort stond er een telefooncel op het pleintje voor ons huis. Maar die is bij het opnieuw bestraten van het dorp verdwenen. Jammer. Want hij deed het gewoon nog. Als je nog Franse francs had. De afgelopen jaren stond er nog weleens een verdwaalde nordic walker of een bouwvakker die in het dorp aan het werk was er een belletje in te plegen. Maar het was vooral een niet te missen oriëntatiepunt in de routebeschrijving naar ons huis.

Franse telefooncellen hebben voor mij iets nostalgisch. Zo zie ik mezelf, net achttien jaar, in een bloedhete telefooncel ergens in het zuiden van Frankrijk staan. Mijn reisgenoot wachtte met draaiende motor in de met wolken en bloemen beschilderde Renault 4 bestel. Ik belde naar mijn moeder om te zeggen dat ik nog een paar weken langer wegbleef. Ik had per-ongeluk-expres net iets te weinig Franse francs om het gesprek heel lang te maken dus terwijl ze me met honderd vragen bestookte over ‘hoezo?’, ‘met wie?’ en ‘waar?’ werd de verbinding verbroken. Maar ik had mijn dochtersplicht gedaan.

Een paar weken geleden zaten Ed en ik bij één van onze favoriete restaurants in een dorp verderop. Het was een heerlijke zomeravond en we zaten op het terras te genieten van een laatste glas wijn. Opeens realiseerde ik me dat ik al minutenlang een telefoon hoorde rinkelen. Geen mobieltje ergens in een tas, nee, het kwam uit de telefooncel tegenover ons op het dorpsplein.

‘Hè? Ik wist niet eens dat je een telefooncel kon bellen’, zei ik.

‘Het lijkt wel een film’, zei Ed.

Omdat er verder niemand op het plein was en ik na een paar glazen wijn altijd veel beter Frans spreek, durfde ik het wel aan om de telefoon op te nemen. Misschien was er wel een geval-van-leven-of-dood en nam er iemand die aan het plein woonde zijn telefoon niet op. Misschien was er een ramp op nationaal niveau aan de gang en was dit de enige manier om de mensen in het dorp te bereiken! Klaar voor mijn heldenrol nam ik de telefoon op.

Bonsoir,’ zei ik voorzichtig. Ik hoorde een jonge vrouwenstem die mijn goedenavond niet beantwoordde maar direct en zakelijk zei:

Laissez la valise dans la cabine!’

Huh? Oké.

‘En dan, madame?’

Maar verdere instructies kreeg ik niet van haar. Ze hing op.

‘En? Wie had je aan de telefoon’, vroeg Ed.

‘Oh, gewoon iemand die wilde dat ik een tas, met waarschijnlijk veel geld, in de telefooncel achterliet.’

Ed keek me raar aan.

De telefoon rinkelde nog een keer.

‘Neem jij hem nu maar op,’ zei ik.

Ook Ed kreeg de opdracht de tas in de telefooncel achter te laten. Ze was niet tot een gesprek te verleiden, ze hing na haar dwingende eis direct op.

De telefoon bleef de rest van de avond stil. Er reed geen extra politie door het dorp en we zagen ook geen ongure types rond de telefooncel lopen op zoek naar een achtergebleven valise dus zijn we er maar vanuit gegaan dat het een geintje was.

Vorige week gingen we weer naar het restaurant. Toen ik de auto uitstapte zag ik een verse plek asfalt op de stoep: de telefooncel was weg.

Ah, dommage!