Le supermarché

Le supermarché

Omdat Ed altijd (erg lekker) kookt, doet hij de inkopen voor het eten. Hij gaat naar de groenteboer, visboer, bakker en slager en ik doe de rest. Ik koop bloemen, tandpasta, een cadeautje voor iemand en haal iets voor bij de borrel. De leuke dingen dus.

Een paar jaar geleden woonden we in Amsterdam om de hoek van de Albert Cuypmarkt. Op zaterdag ging Ed naar links en ik naar rechts de markt op en zagen we elkaar thuis weer. In Frankrijk doen we samen boodschappen.

Ik ben dol op le supermarché waar werkelijk alles onder één dak te vinden is. Het maakt me niet uit welke we bezoeken, als ‘ie maar groot is. En eigenlijk is onze routine niet zo anders dan in Nederland. Ed gaat naar links en ik naar rechts. Allebei met een missie.

Jaren geleden was ik met mijn beste vriendin in een supermarché in de Languedoc. Haar geheime minnaar (want bezet) had haar gevraagd om doucheschuim van Tahiti mee te nemen: vanillegeur. Het spul kostte geen drol, dus kochten we allebei een voordeelpak en daarna was ik ook fan. In Frankrijk douchen we met allerlei exotische varianten. Vriendin C. is er ook dol op: voor haar moeten we altijd de kokosvariant mee naar Nederland nemen.

Eén van de vier broers van Ed, die regelmatig bij ons in Frankrijk klust, is net zo dol op koken als Ed. Voor hem nemen we de drieliterfles olie van Tramier mee. En voor een andere gourmand slepen we met regelmaat blikken met confit de canard mee naar huis.

Al mijn zwangere vriendinnen hebben Sophie le giraffe gekregen. Het is een beroemd piepspeeltje dat al ruim vijftig jaar in het supermarktassortiment zit. Sophie heeft al bij miljoenen baby’s in Frankrijk in de wieg gelegen. Het materiaal van de giraf is zo kindvriendelijk dat een pasgeborene Sophie zonder problemen kan aflikken of haar in zijn geheel kan opeten. In Nederland is Sophie ook te koop, maar dan wel twee keer zo duur.

Verder kochten we in le supermarché een nieuwe stofzuiger (omdat de experts die beweerden dat onze oude stofzuiger niet bestand was tegen het opzuigen van allerlei bouwmateriaal zoals stuc, spijkers en zaagsel gelijk kregen), teenslippers (want die kleur had ik nog niet), motorolie, een droogrek, soepkommen en we hebben er ook wel eens een busje gehuurd.

Zo nu en dan zoek ik tussen de gangpaden Ed weer op. Die heeft gepofte bieten in zijn wagentje liggen (jammie) en maakt trefzeker een keuze uit vierenveertig verschillende soorten room. Hij twijfelt nog bij een fles Pomerol van 85 euro (toch maar niet gedaan).

Voor chocola nemen we altijd samen ruim de tijd. Le supermarché heeft namelijk een complete muur met alle soorten en merken.

‘Oh, ze hebben chocola met zout, lekker!’

‘Nemen we puur of melk?’

‘Of zout en karamel?’

‘Of alleen karamel maar dan met amandel?’

‘Of met zout, karamel én amandel maar dan in melk of puur?’

‘Zeg jij het maar.’

‘Nee, zeg jij het maar!’

‘Allemaal maar doen dan?’

Bon!

En dan naar de kassa. In Nederland lijk ik altijd de verkeerde rij te kiezen. Dat kan in Frankrijk niet. Want al heeft de vrouw voor je nog zo weinig op de band liggen, ze kan familie, vriendin of een vaste klant van de caissière zijn. De caissières, gekleed als stewardessen en trotse draagsters van het naambordje hôtesse de caisse, nemen uitgebreid de tijd om even bij te praten. Of ze helpen met veel geduld het oudere stel voor je met het invullen van de betaalcheque (oui, ze bestaan nog in Frankrijk).

Maar het wachten loont altijd, want straks zijn wij aan de beurt en krijgen we dezelfde warme glimlach en aandacht als de klant voor ons.

J’adore le supermarché!