Le restaurant, deel 3

Le restaurant, deel 3

Le restaurant annex Pianobar Campagnac-lès- Quercy is niet meer. Dus: bienvenue Bistro 24! Voor de vijfde keer in evenzoveel jaar is het restaurant in ons dorp van naam en eigenaar veranderd. En ook voor de vijfde keer houden de dorpelingen hun hart vast: wordt het dit keer wel een succes?

De vorige eigenaar hield het met vier-euro-voor-een-koffie-wat-een-bandiet een jaar vol. Hij heeft blijkbaar zijn buik vol van horeca want hij heeft, volgens de verhalen, ook zijn louche nachtclub voor lesbiennes in Bordeaux verkocht en is zonder belasting te betalen vertrokken naar Senegal. Hoe dan ook, hier in het dorp wordt hij niet gemist.

Eind vorige maand hebben we voor het eerst bij Bistro 24, de 24 verwijst naar het departementnummer van de Dordogne, gegeten. Er stond fish & chips op het menu. Want nieuwe eigenaar, nieuwe traditie: elke laatste vrijdag van de maand staat de vermaarde Dordogne Chippy Caravan voor de deur van het restaurant. Ed en ik, fish & chips virgins, bestelden naast een portie gefrituurde vis met harde korst en slappe patat ook nog een losse augurk. Gewoon omdat het kon.

Guess what? De nieuwe restauranteigenaren zijn Engelsen. En daar zijn er zat van in de Dordogne. Die vrijdagavond zaten er meer klanten in het restaurant dan in de twaalf maanden daarvoor. And that’s great. De clientèle van de Fish & Chips Night was overigens gemiddeld genomen ruim de pensioengerechtigde leeftijd gepasseerd.

De jonge dochter en de nog jonger lijkende schoonzoon van de eigenaresse, die beiden hun geld verdienden in de Engelse horeca, stonden die avond achter de bar en in de keuken. Want het dessert werd door het restaurant zelf verzorgd. Dat was wat mij betreft dan ook direct het culinaire hoogtepunt van de avond.

De dochter en schoonzoon hadden goed nieuws: ze huren een huis in het dorp en overwegen zelfs een paar jaar te blijven! Het zal toch niet? Dat we straks een goedlopend restaurant in het dorp hebben? Dat trouwens ook nog eens op bestelling iedere ochtend verse croissants en stokbrood aanbiedt van de bakker die tweede werd bij het nationale stokbrood concours?

De vraag is natuurlijk: pikken de dorpelingen het, Engelsen in de keuken van hun restaurant? L., onze bolbuikige vrijgezelle Franse dorpsgenoot die elk restaurant dat zich in een straal van vijftig kilometer van ons dorp bevindt regelmatig frequenteert, noemde het restaurant al Bistro 24. En niet meer die-bandieten-tent. Dat is al een stap in de goede richting.

Ik heb goede hoop. De laatste bezoeker van die avond gaf, wat mij betreft, de doorslag: de burgemeester. Hij bestelde een biertje aan de bar alsof hij het de gewoonste zaak van de wereld vond om tussen alleen maar Engelsen te zitten. Omdat we weten dat hij geen woord over de grens spreekt, ontfermde Ed zich over hem. En zo werd het nog een latertje voor de burgemeester die avond.