Julien Clerc

Julien Clerc

In het voorjaar reden Ed en ik allebei in onze eigen auto tegelijkertijd naar Campagnac-lès-Quercy. Als we samen naar Frankrijk rijden ben ik de bijrijder en vooral met van alles en nog wat bezig, behalve met de weg. Dus voor-het-eerst-zelf-door-Parijs-rijden was een dingetje. Een collega kwam met een handige tip voor samen maar toch apart door Parijs rijden: walkie-talkies, die in het Frans trouwens talkie-walkies heten. Essentieel verschil.

Onderweg hadden we – heel volwassen – contact met elkaar.

‘Hier wagen 2 voor wagen 1.’

‘Hier wagen 1, kom er maar in wagen 2. Over.’

‘Zag je net die gek voorbij scheuren?’

Stilte.

‘Hier wagen 1, je moet eerst ‘over’ zeggen anders wordt het een zooitje, over.’

Afijn, Parijs was een eitje op deze manier en talkie-walkies is een aanrader. Ook handig in geval van grote tuin.

‘Hier hangmat 1 met leeg wijnglas. Over.’

Terwijl Ed tijdens de rit in een luisterboek dook, heb ik de hele reis cd’tjes gewisseld en naar Julien Clerc geluisterd. Julien is een oude liefde van me. Hij was, toen ik op de middelbare school zat, mijn droomman: lang, slank, knap, prachtige lange zwarte krullen, romantisch, grote bruine ogen en die stem. Ik had mijn linkerarm willen geven om een dagje zijn ‘Venice’ te zijn.

Mijn droom kwam een stuk dichterbij toen Julien naar Den Haag kwam. Mijn beste vriendin M. en ik, allebei vijftien jaar, mochten van onze moeders met z’n tweetjes naar het concert toe. De combinatie Julien Clerc en met de tram naar het Congresgebouw was blijkbaar een heel veilige. Ik hoopte vurig dat Julien zijn witte overhemd met zwart giletje aan zou hebben en niet dat gebreide vest dat hij bij Toppop aanhad, want die vond mijn moeder zo leuk. Ik had geluk.

We zaten achter in een zaal met pluche stoelen, een zaal waar normaal gesproken saaie lezingen werden gegeven. Om de zoveel rijen stond een man in grijs pak. Toen Julien zijn grote hit van dat moment ‘This melody’ (Zies mellodie) zong, hield ik het niet meer en sprong ik op om – om wat? Mee te zingen? Naar hem toe te rennen? Ik weet alleen dat ik door een grijs pak teruggeduwd werd in mijn stoel.

Een paar weken geleden stond Julien in Carré en Ed en ik hadden geweldige plekken vlakbij het podium. Julien is nog steeds heel slank en knap, alleen zijn de lange krullen verdwenen en is het haar sowieso wat dunner dan toen. Julien zingt nog steeds fantastisch en wat heeft die man toch een ongekend prachtig repertoire. Zijn lach is nog steeds betoverend en wat verder opviel was dat er slechts een handjevol mannen was. De rest van Carré was tot de nok toe gevuld met vrouwen van een zekere leeftijd waarvan ik altijd vergeet dat ik wellicht ook in die categorie val. Die – net als ik – al jaren warme gevoelens koesteren voor Julien maar daar nu een stuk minder terughoudend in waren dan ik.

Julien kreeg al na twee liedjes een grote bos bloemen van een fan van rond de vijftig die een rij voor ons zat, een paar stoelen rechts van ons liet een dame steeds een zelfgemaakt spandoek zien, van een andere vrouw op leeftijd die bij ons in de buurt zat kreeg hij een envelop.

‘Vast een boekenbon’, zei Ed.

Van weer een ander kreeg hij een plat doosje met een strik er omheen.

‘Vast Mon Chéri bonbons’, zei ik.

Julien lachte vriendelijk, niet meer dan dat, en richtte zijn blik op het balkon, misschien dat daar iets van onder de dertig zat?

Bijna aan het einde van het concert werd er blijkbaar een geheim teken gegeven want als afgesproken liepen er opeens een stuk of vijfentwintig vrouwen (moeders van tienerkinderen, schat ik in) naar het podium om daar helemaal ‘los te gaan’.

Julien nam hun aanwezigheid waar maar keek strak over hen heen, zijn blik nog steeds gericht op het balkon… Ach, het is Julien vergeven, we hadden die avond allemaal wel dertig jaar terug in de tijd gewild.