Hamsteren!

Hamsteren!

Het is acht uur ’s ochtends, we staan op het treinstation van Gourdon waar vriendin N., na een paar dagen logeren chez nous, in afwachting is van haar trein naar Parijs.

Opeens gaat de deur op perron nul open. Een man met een indrukwekkend groot SNCF-insigne op zijn shirt loopt naar de rand van het perron. Hij roept naar de drie reizigers op perron twee, waarvan vriendin N. er eentje is, dat de trein van tien over acht vandaag niet rijdt. Ik vraag wat er aan de hand is. Met strak gezicht geeft hij antwoord. Ik versta iets met ‘grève’. Mijn fantasie slaat direct op hol, grève is vast de overtreffende trap van grave. Oh mijn God, een grève! En une grève is ook très grave: het is een staking.

Stakingen komen hier vaker voor dan je denkt. Dat zit hem voornamelijk in de Franse mentaliteit. In Nederland gaan werkgevers en bonden direct polderen als er een conflict is en als ze daar niet uitkomen komt er heul misschien een staking. Die er in mijn ogen op tv altijd gezellig uitziet: frisse collega’s met ludieke T-shirts en kekke teksten op spandoeken. De thermoskannen vol met koffie en de goedlachse dames van de kantine zorgen de hele dag voor een goed sfeertje.

De Fransman is een haantje, die gaat zéker niet eerst praten, die laat direct en onmiddellijk alles uit de poten vallen en gaat staken. En niks ludieks; gelijk de toegangswegen blokkeren door tractorbanden in de fik te zetten. Want met staken leg je het hele land plat en dan luisteren ze wel!

Zoals een paar weken geleden. Toen waren ze het bij Franse raffinaderijen beu en ontstonden er door heel Frankrijk droogvallende benzinepompen. Allemaal leuk en aardig hoor, die politici in Parijs, hoorde je ze hier op het platteland denken, maar diesel is hier, nog voor wijn, een eerste levensbehoefte. Zonder diesel krijgt de boer niets meer aan de praat om zijn land te bewerken en zonder peut kan niemand meer boodschappen doen. De rijen bij de benzinestations waren ongekend lang en er werd flink gehamsterd met jerrycans.

En óf Ed had een vooruitziende blik óf we zijn inmiddels al très français; wij zijn hier bij Le Sympa volkomen stakingsproef en hamsterhappy. We hebben een inloop-voorraadkast die ik in gedachten Le Petit Intermarché noem. U noemt het, wij hebben het. Van aardappelen tot zeezout en alles wat daar tussenin zit. De vriezer zit toujours bommetjevol met vlees, vis en ijs. En aan huisgemaakte jam ook geen gebrek. Alles is in huis om onverwachte gasten een apéro, een diner en een dessert aan te bieden.

En wie zei toch:

‘Ach, zo’n broodmachine die gebruik je toch maar drie keer?’

Zet daar maar twee nullen achter want het ding kneedt zich hier een versuffing. Oh, en we hebben genoeg meel en gist in huis om het hele dorp de komende weken van zelfgebakken brood te voorzien. Wijn? Ha, laat me niet lachen! De rekken liggen helemaal vol. In de schuur staat nog een volle jerrycan benzine voor de grasmaaier. Wat er ook gebeurt: wij zijn voorbereid. En dat is eigenlijk iedereen hier op het Franse platteland, want je weet immers nooit wie er volgende week gaat staken.

Uiteindelijk bleek de grève toch niet zo grave te zijn, alleen de trein van tien over acht was uitgevallen. Vriendin N. heeft een trein later genomen dus konden we nog even rustig van een petit café met een superverse chocolatine genieten. Pas grave.