Feest!

Feest!

Ieder dorp in Frankrijk heeft een comité des fêtes dat zo’n beetje elke maand vergadert en, je raadt het al, de festiviteiten in het dorp bespreekt. Campagnac-lès-Quercy heeft in februari een truffelfeest, in juni een muziekfeest, maar het feest der feesten was afgelopen week: het fête votive. En wij waren erbij.

Het comité heeft aan dit feest eigenlijk een makkie want de ingrediënten zijn elk jaar ongeveer hetzelfde. Om een uurtje of acht komen alle dorpsbewoners naar het plein achter de kerk. Daar staan rijen en rijen tafels, gedekt met wit glimmend papier en om de meter staat een grote karaf met rode wijn en een fles water.

Naast de kerk staat een groot podium klaar en er is een bar waar al wat mannen staan met een biertje in hun hand. Er worden handen geschud en er wordt volop gezoend. Na verloop van tijd ontstaat er een rij bij de oude school. Want daar staat de burgemeester boven een enorm houtskoolvuur vlees te grillen en zijn conseiller bereidt de rest van de maaltijd voor.

Voor achttien euro krijgen we een compleet verzorgd diner en dat begint met het ophalen van een dienblad met het voorgerecht: een snee brood, wat ham, paté, salami en een augurkje. Terwijl we allemaal aan tafel zitten en met elkaar proosten komt de feestband het plein oplopen. Vier mannen en twee vrouwen, allemaal verkleed; als dinosaurus, hippie, non, indiaan, krokodil en als levensgrote baby. Al zingend en spelend lopen ze tussen de tafels door.

De stemming zit er gelijk in, er worden wat Franse feestnummers gespeeld en het hele dorp zwaait op commando van de zanger, die alleen een indianenrokje aan heeft (en hij kan het hebben) met hun gekleurde servetjes op ‘Tourner les serviettes’.

‘Net carnaval’, zegt Ed, en hij kan het weten.

Dan krijgen we entrecôte frites geserveerd. Er is even commotie aan tafel, het comité heeft blijkbaar dit jaar voor een nieuw hoofdgerecht gekozen: voorgaande jaren was het namelijk moules-frites. Daarna krijgen we, bien sûr, kaas en we eindigen met een heerlijke tarte aux pommes.

De sfeer is ontspannen, we kletsen met onze buurvrouw en zwaaien naar de kunstenares die in ons dorp exposeert en die we gisteren hebben leren kennen. We worden voorgesteld aan collega-chambre-d’hôte-houders van een dorp verderop en we maken kennis met een Frans stel dat aan line-dancing doet. Hun kleding en cowboy-laarzen deed eigenlijk al zoiets vermoeden. Er wordt gelachen, gezongen en geklapt.

‘Heel veel meer dan een avond als deze heb ik niet nodig om volkomen gelukkig te zijn’, zegt A., onze gepensioneerde Engelse overbuurvrouw die permanent in het dorp woont.

De feestband heeft zich inmiddels in witte disco-outfits gestoken en staat lekker te stampen op het podium. Bij de schiettent oogst Ed waardering door met een handvuurwapen heel routineus met drie kogels drie ballonnen kapot te schieten. Op vijftig centimeter afstand weliswaar, maar toch.

De muziek werkt aanstekelijk en samen met A. gaan we de dansvloer op. Ed is de enige ritmisch bewegende man tussen het clubje vrouwen variërend van zes tot zeventig jaar. We dansen net zo lang tot de band plotseling ophoudt met spelen. Het plein stroomt leeg en we lopen achter de meute aan.

Het hele dorp heeft zich bij het gemeentehuis verzameld want daar begint om middernacht het vuurwerk. Met vrij uitzicht over een weiland genieten we allemaal van prachtig siervuurwerk tegen een diepdonkerblauwe hemel. En terwijl ik met mijn arm om Ed heen sta en samen met de dorpsbewoners ‘oh’ en ‘ah’ roep, snap ik nu nog beter wat buurvrouw A. vanavond bedoelde. Ik voel me welkom en onderdeel van ons dorp.

Nadat de laatste vuurpijl afgeschoten is, wordt de hemel weer diepdonkerblauw en hangt Venus naast de sikkelmaan te stralen. We slenteren voldaan naar huis en als we in bed liggen hoor ik dat de band weer begint te spelen. Het bleef die nacht nog lang onrustig in Campagnac-lès-Quercy.