Espadrilles

Espadrilles

Mijn man heeft een verslaving. Niet een heel erge en gelukkig eentje die betaalbaar en seizoensgebonden is. Ed kan niet langs espadrilles lopen zonder te zeggen: ‘even kijken’, ‘even passen’ en de eeuwige uitsmijter ‘liefje, deze kleur heb ik nog niet!’.

Het is ook lastig voor hem, want overal waar je kijkt, zie je ze. Op de markt, op straat bij le tabac en in ie-de-re supermarkt. Je bent de winkel nog niet binnen of daar staan ze al. Bakken vol, in vrolijke open dozen of uitgebreid geëtaleerd op een rek. In alle maten en alle kleuren en altijd in de promo. Nu nog goedkoper, nu nog leuker, nu met streepjes of stipjes, nu ook met stiksels of wat dan ook. Knappe espadrillejunk die dat kan weerstaan.

De espadrille komt oorspronkelijk uit de Spaanse Pyreneeën, maar het woord espadrille (touwschoen) is dan weer wel Frans. De klassieker heeft een canvas of jute bovenkant en de zool is gemaakt van touw, tegenwoordig vaak verstevigd met een laag rubber. Vroeger liepen de boeren erop. Wat is dat toch met boeren dat ze altijd voor ongemakkelijk schoeisel kiezen: klompen, espadrilles? Pak een kaplaars!

Tegenwoordig loopt iedereen in Frankrijk op espadrilles. Er zijn ook damesvarianten met sleehak, open teen en open hiel, sommige met linten die om de enkels gaan. Ed is hooked aan de klassieker. En die is perfect voor een barbecue, een dagje strand, slenteren in een dorpje, even naar de bakker, in de tuin, voor een avondje kroeg of naar een restaurant.

Frankrijk is modeland numéro une dus de Franse fashionista ontkomt niet aan een setje designer espadrilles in haar inloopkast. Natuurlijk ontworpen door Parijs’ oudste modehuis Lanvin. Het sandaaltje bestaat uit dunne rode leren riempjes en vrij veel kwastjes, alleen de touwzool doet nog vaag denken aan een espadrille. Voor 634 euro zijn ze van jou; niet geschikt voor barbecue, dagje strand, of werken in de tuin maar perfect voor binnen. Stilzittend op een stoel.

Ed, ook erg modebewust, weet de espadrilles moeiteloos te combineren. Onder een korte broek gaan een paar afgetrapte, onder een linnen broek een nieuw setje in een felle kleur. En onder een spijkerbroek gaat een uitgesproken paar met strepen of motiefje. Vooral die afgetrapte zijn een constante reden tot aanschaf van weer nieuwe.

‘Je had toch al blauwe?’, (een stuk of vier, denk ik er achteraan).

‘Ja, maar die gebruik ik nu voor …’

En dan volgt er altijd iets uit de opsomming: tuin-schuur-zolder-klussen-verven. Ed weet dat ik zijn complete verzameling espadrilles niet op mijn netvlies heb dus gaan die kobaltblauwe die in de promo waren in de boodschappenkar. Want precies deze, die had hij nog niet.

Maar goed. Als Ed staat te kwijlen boven een bak met espadrilles sta ik met drie paar teenslippers in mijn hand en heb ik ook al een paar aan mijn voeten. Want mijn gelakte teennagels verdienen een open slipper. En de teenslippers gaan ook in de boodschappenkar. Want die discussie win ik altijd: die van mij zijn nóg goedkoper!