22 aug De snor
Ik heb de ballen verstand van wijn. Op zich vrij onhandig in een land waar de wijn zo ongeveer uit de kraan stroomt. Waar bij iedere lunch, apéro, diner of op zo maar een moment op de dag, een flesje opengetrokken wordt omdat dat nu eenmaal in de cultuur besloten ligt.
Mijn de-ballen-verstand gaat ook nog gepaard met een slecht-geheugen-als-het-om-wijn-gaat. Ik heb het niet over een Chardonnay van een bepaald château maar over ‘die ene lekkere frisse witte met dat grijze gestreepte etiket uit de cave in Gourdon’. Die handicap maakt de stap dan ook groot om zomaar een domaine of château te bezoeken om daar wat te gaan proeven. Op een vakantie in Frankrijk werd ik door vriendin A., die prima Frans spreekt en verstand van wijn heeft, gewoon meegesleept naar zo’n proeverij. Eenmaal binnen stond ik erbij en keek ik ernaar.
Voor een dagelijkse talkshow maakte ik ooit een aflevering over wijn. Daarin werden de basisprincipes rond wijnproeven uitgelegd. Ruiken, zuurstof bij de slok naar binnen zuigen, doorslikken en dan tellen hoe lang je nog iets op je tong proeft. Maar de belangrijkste les van de wijndeskundige was: lekkere wijn is wijn die jij lekker vindt. Op dat moment heb ik het mantra wijn-is-lekker-als-ik-het-lekker-vind me eigen gemaakt en is geen enkele drempel bij domaine of proeverij meer te hoog. Ook omdat de meeste Fransen zelf ook niet moeilijk doen over wijn en volgens mij precies hetzelfde mantra hebben als ik.
Gebrekkig Frans spreken is ook geen obstakel meer. Met de woorden rouge, rosé, blanc, pas mal, une bouteille of un carton (doosje met zes flessen) s’il vous plaît en je peux payer par carte bancaire? red ik het zelfs. Ook de angst dat ik de wijnboer van zijn werk afhoud omdat ik misschien niks wil aanschaffen, is weg. Negenennegentig van de honderd keer rijden we met een volle auto het terrein af. De wijnboer blij, maar wij ook très content met onze nieuwe vondst.
De eerste jaren hebben we veel aan ons huis geklust, daardoor zijn we de streek pas later gaan verkennen. Dat doen we door zo nu en dan naar een supermarkt te rijden waar we nog niet eerder zijn geweest of gewoon een dorpje of brocante te bezoeken. Onderweg houden we onze ogen open voor bordjes met ‘domaine’.
Zo sloegen we op een mooie zomerse dag na het zien van zo’n bordje een stoffige hobbelweg in. We passeerden de wijnboer op zijn tractor die even later speciaal voor ons zijn wijnkelder opendeed. Vol plezier en trots liet deze wijnboer met open gezicht en volle snor zijn wijnen proeven. Hij informeerde naar wat we zochten (eh, een lekkere wijn?) en gaf advies. En natuurlijk kochten we een flesje, oké niet liegen, een paar doosjes. Dus nu heb ik het over ‘die ene lekkere volle rode van de snor’.
En zo’n doosje kost misschien een paar euro meer dan een doosje supermarktwijn. Maar voor die paar euro meer hebben we een leuke middag gehad, een lekkere wijn met een verhaal gevonden, ons Frans een beetje bijgespijkerd én de plaatselijke Franse economie, en die van de sympathieke snor in het bijzonder, draaiende gehouden.
En omdat we ‘gevonden’ wijn graag delen, krijgen we tegenwoordig ook bestellingen van familie en vrienden: of we nog plek in de auto hebben voor een doosje of twee van ‘de snor’. Dat doen we graag. Maar nog liever nemen we ze zelf mee naar de snor, dat is veel leuker. Wel opschieten want de lekkere volle rode snor uit 2007 is bijna op!
Chin chin.