De markt

De markt

Op zondagochtend gaan we naar de markt, een dorp verderop. Hier staat onze buurvrouw met verse kruiden en haar fait maison confitures maar je kan er ook groenten, fruit, worst, eieren, planten, messen en oude-vrouwen-jurkschorten kopen. Wij gaan voor de gegrilde kip. Zeggen we. Maar dat is niet helemaal waar…

De kraampjes staan op een charmant vierkant plein, ingesloten door prachtige huizen en hoge bomen. Aan één kant van het plein ligt de pétanquebaan, maar daar staat op zondag de tent met kippen draaiend aan het spit.

Als je de markt op loopt vallen direct twee dingen op. Het is er druk en iedere bezoeker is in het bezit van een mand. Het is het credo van een geheim genootschap: ‘Sorry, maar zonder mand niet welkom op deze markt’. Wat verder opvalt is dat een flink aantal bezoekers haast lijkt te hebben. Natuurlijk wordt er even in perziken geknepen, aan meloenen geroken en een praatje met de slager gemaakt, maar de meesten hebben er flink de sokken in. Wij ook.

‘Want straks zijn de gegrilde kippen op!’ roept Ed, die nog net niet rent.

Tegen de tijd dat al die manden gevuld zijn wordt de echte reden voor dit marktbezoek duidelijk: iedereen spoedt zich nu naar het terras van de bar op het marktplein.

En ook al had ik me voorgenomen vandaag niet te drinken, want gisteravond hadden we vrienden op bezoek en dat was gezellig, de avond daarvoor hebben we het ook al laat gemaakt en eigenlijk drinken we al de hele week, neem ik na kort aandringen van een bekende met gevulde mand op het terras toch maar een kir want door de siroop lijkt de wijn net limonade.

Dat het pas half twaalf ’s ochtends is, is niet erg, lijkt iedereen met een glas in de hand te denken. We zijn met vakantie. En als je niet met vakantie bent dan neem je er eentje omdat je gisteren het hele huis gepoetst hebt voor de nieuwe gasten. En de Fransen op het terras hebben waarschijnlijk én geen vakantie én geen gasten en die nemen er ook eentje, dus eh…

Na de eerste kir ontspint zich een kort hoe-is-het-met-jou?-gesprek maar dat is eigenlijk de prelude van een uurtje: hoe-doe-jij-dat? Waar-vind-ik? En: ken-jij-niet-iemand-die? Alle vragen over septic tanks, de zoektocht naar een tuin- of klusjesman, het openen van een Franse bankrekening, bij wie je een dood en bij wie je een levend lam kan kopen en of je van elke pruim jam kan maken, worden hier beantwoord.

Er is altijd wel iemand die iets weet wat jij nog niet weet. Want de groep bestaat uit universeel door schade en schande wijs geworden francofielen. Sommigen wonen permanent hier, anderen zoals wij, dromen daar nog van.

Na het tweede of derde glas volgt de agenda.

‘Wist je dat er in dorp zus-en-zo vanaf volgende week elke zaterdagavond moules-frites is?’

‘Zijn jullie al naar de vrijdagavondmarkt in daar-en-daar geweest?’

‘Wanneer is de jaarlijkse brocantemarkt bij jullie in het dorp?’

Uiteindelijk vertrekken we dan met de gegrilde kip, die soms nog warm, maar eigenlijk veel vaker koud is. Helemaal bijgepraat, up-to-date, een tikkie rozig en een paar wijsheden en afspraken rijker. Klaar voor een rijkelijk late lunch met kip.

Behalve dan dat we zijn vergeten te vragen op welke dag het schapenfeest in Besse is. Ach, volgende week is er weer markt.