Bezoek

Bezoek

Buiten is het warm. Ik sta binnen en heb het bloedheet. Ik heb een oud fladderjurkje aan dat ik alleen in huis draag en ik sta te twijfelen bij de ladekast met linnengoed. Die nieuwe met bloemetjes? Of toch die met het hert? Ik vind ze wel hertentypes dus kies ik voor het dekbedovertrek met een enorm hert erop.

Ik ben aan het schoonmaken want eind deze middag komen er vrienden die een paar dagen blijven logeren. Alle ramen staan tegen elkaar open. Als de bedden verschoond zijn, stofzuig ik vloekend en tierend de kamers. Ik haat stofzuigen als het warmer dan twintig graden is en dat is het hier gek genoeg altijd.

Ondertussen werk ik in mijn hoofd een lijstje af. Straks een roos uit de tuin plukken voor op de kamer. Wijn koud zetten. Flesjes water op de kamers zetten. Vogelpoep van de luiken afhalen. Niet vergeten: als de badkamervloer droog is een vers gewassen badmatje neerleggen. Handdoeken neerleggen. Checken of het mooi weer blijft. Tafellaken voor vanavond uitzoeken.

Beneden is Ed ook met een lijstje bezig: de boodschappenlijst. We hebben gisteren door heel veel kookboeken gebladerd en een paar lekkere gerechten uitgezocht. Ze blijven twee nachten slapen dus we gaan zeker de eerste avond voor ze koken. Daarna zien we wel weer.

‘Staat er wijn koud?’, vraag ik.

‘Die lekkere rosé die we uit de Provence hebben meegenomen’, zegt Ed.

Nu al zin in, denk ik.

Op weg naar de supermarché hebben we het over de vrienden die straks komen. Wanneer hebben we ze eigenlijk voor het laatst gezien?

In Nederland nemen Ed en ik, na een avond met vrienden, meestal afscheid met de woorden ‘dat de avond echt veel te kort was’ en dat we ‘nog lang niet uitgepraat of uitgedronken’ waren. Maar hier in Frankrijk komt er nooit een einde aan de avond. Want die gaat naadloos over in volgende ochtend, middag, avond en weer een ochtend en ga zo maar door. En héél soms blijkt dat vrienden na een bezoek hier in Frankrijk leuker zijn om alleen maar een avond in Nederland mee af te spreken en dan op het hoogtepunt naar huis te gaan. Maar gelukkig maken we vaker het tegendeel mee.

Terwijl we in de supermarché de kar volladen, ook met heerlijke dingen die niet op het lijstje staan, hebben Ed en ik het over vanavond en de komende dagen. Hoe leuk gaat het worden?

Thuis ruimen we alles op. Ed zet een lekker muziekje op en we beginnen met de voorbereiding van de borrel en het diner. Dit is mijn all-time-favorite moment van vrienden-komen-op-bezoek. Alles is klaar. Schoon. Opgeruimd. Het lijstje afgevinkt, op de vogelpoep van de luiken afhalen na want dat was al onzin toen ik het erop zette. Nu is er alleen nog maar de aangename spanning. Het wachten op. Bijna alsof het Sinterklaasavond is en we straks allemaal pakjes mogen uitpakken.

Dan zijn ze er. Het is vriend D., al vijfentwintig jaar een goede vriend van Ed – en inmiddels ook van mij – en zijn twee ontzettend leuke puberdochters. Ze komen met een brede grijns op hun gezicht de auto uit. Dat begint goed, denk ik.

En het wordt alleen maar beter. De eerste avond is vertrouwd, relaxed, gezellig en leuk. Het wordt een latertje. De tweede avond komt er een fles zoete witte wijn op tafel waar D. het al vaker met Ed over heeft gehad. D. kocht de wijn ruim zeventien jaar geleden en betaalde er toen al een klein fortuin voor. Deze fles wilde hij op een speciaal moment met zijn dochters en goede vrienden drinken en hij nam de fles speciaal voor dit bezoek mee.

Die avond hebben we met z’n vijven, ook de jongste van zestien jaar, op vriendschap geproost. Mooier had ik het zelf niet kunnen bedenken.

Ze zeggen weleens ‘met een huis in Frankrijk heb je opeens heel veel vrienden’. Dat klopt. Soms is dat wel eens lastig maar veel vaker levert het mooie avonden op die we niet snel zullen vergeten.