Altijd buiten eten

Altijd buiten eten

In Amsterdam denk ik bij het eerste lentezonnetje: Oh, lekker, over een paar weken is het weer terrasjesweer. In Frankrijk denk ik: We gaan NU buiten eten! En dan bedoel ik ontbijt, lunch en diner. Want buiten eten maakt me onmiddellijk gelukkig, in welk seizoen dan ook.

Zo vind ik het de normaalste zaak van de wereld om in de eigenlijk-iets-te-frisse-lente-ochtendzon de tafel op het terras te dekken voor een kop thee of een ontbijtje. In de zomer, als de zon de lucht laat trillen van de hitte, klap ik ruim van tevoren de parasol open zodat we straks enigszins beschut kunnen lunchen. In de late nazomer steken we tijdens het apéro de buitenhaard aan en dek ik daarna, vaak voor de derde keer op een dag, de tafel, maar nu voor het diner. Want buiten eten blijft heerlijk.

Tuintafeldekken is vooral een feest als je leuke spullen hebt om erop te zetten. De moeder van Ed liet een krankzinnige schat aan tafellakens in alle soorten en maten na. Ik hoop dat ze het waardeert dat ik bij elke maaltijd een schoon tafellaken op tafel zwier en dat deze ook écht gebruikt (lees: vies) wordt. Ook het servies en de incomplete voorraad kristallen glazen van de ouders van Ed hebben we gered van een tochtje naar de kringloopwinkel. De klassiek kristallen glazen gebruiken we dagelijks voor water, wijn en verse jus. Natuurlijk sneuvelt er wel eens eentje maar ik heb losgelaten dat we allemaal uit dezelfde glazen moeten drinken dus is het soms een bonte verzameling als
we proosten.

Het wél complete zondagsservies met twaalf kleine, twaalf grote en twaalf diepe borden, twee dekschalen met deksel en twee sauskommen, alles met gouden rand, zou in ons huis in Amsterdam totaal misplaatst zijn. In Campagnac-lès-Quercy past het perfect. Het mag eigenlijk niet in de vaatwasser, maar ach… après nous le déluge. In combinatie met wat vrolijke brocantevondsten uit de omgeving, een bloem uit de tuin, dek ik – al zeg ik het zelf – een uitnodigende tafel met Franse slag.

In Amsterdam ontbijten Ed en ik staand in de keuken want straks moeten we weer naar het werk. In Frankrijk gaan we ervoor zitten en nemen we de tijd. En als er vrienden zijn nemen we er soms zo ruim de tijd voor dat ontbijt, lunch en diner naadloos in elkaar overlopen. Dat er vanaf een bepaald moment wijn geschonken wordt mag geen verrassing zijn. Dat we nooit een kater hebben, heeft alles te maken met de frisse Franse buitenlucht. Tenminste, dat beweert Ed heel stellig.

Bij de bezichtiging van ons huis, zei makelaar M., terwijl wij stonden te blauwbekken in de februarisneeuw:

‘Met kerst kun je hier buiten lunchen.’

Ja hoor, dacht ik, dat zou ik ook zeggen als ik jou was.

Maar hij had gelijk, je kan hier met kerst buiten eten. Je moet alleen je grenzen verleggen. Dus trui, laarzen en de buitenhaard aan en natuurlijk kan je dan met kerst buiten lunchen! Gaan we ook zeker weer doen dit jaar, maar eerst gaan we genieten van deze heerlijke meimaand.